Zoals de trouwe lezer ongetwijfeld gemerkt heeft, heb ik
vorige week geen bericht geplaatst. Deze keer was het niet eens uit luiheid,
maar omdat het me leuker leek om aan het einde van deze reis een uitgebreide
terugblik te schrijven. Deze overweging komt trouwens ook voort uit het feit ik
vier uur op de luchthaven van Moskou moet wachten op mijn transfer, en ik toch
wat te doen wilde hebben in die tijd.
Bovendien heb ik mijn berichtje vorige keer laten schieten,
omdat de afgelopen twee weken zeker niet de boeiendste van mijn verblijf waren.
Maar geen zorgen, er zaten heus wel een paar memorabele momenten tussen. Zo
hebben we een formele ontmoeting gehad met de decaan. Het was de bedoeling dat
we een soort vergadering zouden hebben over hoe het verblijf van de
internationale studenten verbeterd kan worden, alleen had niemand dit aan ons
verteld. Zoals bijna alles in Rusland gaat, werden we op een onbewaakt moment
een kantoor in getrokken met de boodschap dat we de dag erna de decaan zouden
ontmoeten. Wisten wij veel. Uiteindelijk zaten we – zonder van tevoren na te
hebben gedacht over aandachtspunten - vooral zwijgend thee te drinken, afwegend
welke opmerkingen gepast zijn om te maken tegen de belangrijkste persoon van de
Permse universiteit. (Het zou wel fijn zijn als ons raam werd gerepareerd, maar
ja, dat boeit hem toch niks?) Na tien minuten viel het echt stil en brak de
tijd aan om promotiefoto's te maken, die ik jullie niet wil onthouden.Omdat de verbinding nu te slecht is om ze te uploaden, zal ik ze later toevoegen.
Een dag later werden we op dezelfde manier een kantoor in
getrokken met de boodschap dat we geïnterviewd gingen worden voor een regionale
televisiezender, over Oud & Nieuw. Hoewel ik een hoop dingen liever doe dan
gefilmd worden, had ik niet echt een keuze. In Rusland is Nieuwjaar de
belangrijkste feestdag van het jaar, en er wordt al vanaf november naartoe
gewerkt om het zo spectaculair mogelijk te maken. De stad gaat in de
feestverlichting en elk min of meer relevant park of plein wordt voorzien van
een reusachtige kerstboom en/of lichtinstallatie. Ik ben vergeten er foto’s van
te maken, maar het is behoorlijk indrukwekkend. Daarnaast werd het plein voor Teatr-Teatr
ingenomen door een enorme winterfestivaltent waar je warme chocolademelk en wafels
kon kopen, en was de bouw van een “ijsstad” begonnen. Helaas hebben we het
eindproduct niet meer kunnen zien.
Het interview heb ik zelf niet gekeken, en ik weet ook niet
of het online is geplaatst, of voor welke zender we dit überhaupt deden. Misschien
volgt het later, maar ik hoop het eigenlijk niet, want ik word liever niet met
mijn eigen tenenkrommende accent geconfronteerd.
Verder vulden we onze laatste twee weken vooral in met het
regelen van praktische zaken en het afscheid nemen van studiegenoten. We
bezochten het Moderne Kunstmuseum met Julia en Nastja, dronken bier met Pierre,
thee met Nathan (die in werkelijkheid In Tsze heet) en koffie met Michaïl, de
vriend van ons buurmeisje, die we eigenlijk nog nooit echt hadden gesproken tot
dat moment. Roman hebben we overigens niet meer gezien, nadat dingen op de
meest dramatisch mogelijke manier stukliepen; maar dat is een verhaal voor een
andere keer. Op de laatste dag gaf Masja ons een Chinees muntstuk cadeau als
souvenir, en In Tsze/Nathan zelfs een schilderijtje. Het was leuk dat iedereen
het toch wel jammer leek te vinden dat we weggingen. De laatste lesdag voelde eigenlijk
heel normaal, niet alsof we nooit meer terug zouden komen. We zeiden net als
altijd iedereen gedag, en pas toen we ons certificaat ontvingen, drong het een
beetje door dat dit de laatste keer was geweest. Het laatste weekend kon me eigenlijk
niet snel genoeg gaan, maar toch vond ik het ook jammer dat ik de stad moest gaan
verlaten.
Ik heb nog steeds gemengde gevoelens. Enerzijds ben ik blij
dat ik weer naar huis mag, ik heb er heel veel zin in om iedereen weer te zien
en vooral om wat meer structuur in mijn leven te hebben. Anderzijds vind ik het
ook jammer, omdat ik, net als in Petersburg destijds, het gevoel heb dat drie
maanden eigenlijk te weinig is om echt goed te acclimatiseren, helemaal als je
je vaak in een gezelschap bevindt dat Nederlands of Engels spreekt. Hoewel dit
semester zeker wel een nuttige ervaring was, heb ik ook het gevoel dat er méér
had gekund, en ik vind het best balen dat de docenten onze suggesties helemaal
niet hebben meegenomen. We hebben tot drie keer toe geopperd om meer te
presenteren, meer vertaalopdrachten te doen, meer te oefenen met zélf
grammaticale constructies toepassen, suggesties waar steeds naar werd gevraagd
maar die toch keer op keer werden genegeerd. Hoewel ik het presenteren er met
dwang toch door heb gedrukt (d.w.z. gewoon een willekeurige presentatie
voorbereiden en vervolgens in de les zeggen dat je hem gaat doen) vond ik de
lessen niet zo stimulerend als ik had gehoopt, helemaal niet in vergelijking met
de lessen in Sint-Petersburg. Dat is op zich ook logisch, omdat we daar
natuurlijk een programma deden wat speciaal was uitgekiend voor
Nederlandstalige studenten met een bepaald niveau en een gemeenschappelijke
achtergrond. Onze klas in Perm bevatte mensen met variërende niveaus en vanuit allerlei
verschillende velden (Geografie, Taalkunde, Rechten) waarvan een deel geen Engels
sprak, waardoor bijvoorbeeld vertaalopdrachten eigenlijk nauwelijks vorm te
geven waren. Het resulteerde erin dat we vooral veel luisterden naar de docent,
wat natuurlijk nuttig is, maar ik had ook graag wat meer aan de actieve
taalverwerving gezeten. Het was wel fijn dat ik dankzij dit semester geconfronteerd
ben met de zwakke plekken in mijn taalvaardigheid en dat ik nu een beter beeld
heb van waar ik harder aan moet trekken. Ik ben ervan overtuigd dat dit Ruslandsemester
in combinatie met de twee taalvaardigheidsvakken die ik volgend semester weer
ga volgen mijn niveau weer op de juiste plek gaat krijgen. Ook omdat ik weer
een stuk gemotiveerder ben geraakt. Vorig jaar had ik helemaal geen taalvakken
en was ik persoonlijk ook meer bezig met andere dingen. Ik hield de hele tijd
tegen mezelf vol dat ik het zó zou oppikken als ik eenmaal weer begon. Dat viel
toch tegen, merkte ik hier. Die realisatie had ik eigenlijk wel een beetje
nodig om te voorkomen dat ik zo’n onderpresterende Geesteswetenschapper met een
baantje bij een call-center word.
Tot zover mijn reflectie. Over een halfuurtje ga ik boarden,
en ik zie de meerderheid van jullie morgen. Voor wie dit nog op tijd leest; een
hele fijne eerste kerstdag gewenst!
Reacties
Een reactie posten